vrijdag, februari 08, 2013

 

Bouwblok van 3 hectaren

Wim zijn vader was in de zeventiger jaren bouwvakker en heeft net als veel van zijn collega’s in die tijd een varkensstal gebouwd. Toen kon je nog in het buitengebied een woning bouwen. De voorwaarde was wel dat je agrarisch moest bouwen. Zijn vader kocht een perceel van 0,5 ha en bouwde daarop een woning met een stal voor 1000 vleesvarkens. Achteraf gezien ligt de stal niet gunstig want hij ligt te kort tegen de bebouwde kom waardoor uitbreiding, sinds de regels strenger geworden zijn, niet meer mogelijk is. Wim is wel een ‘echte’ varkensboer en heeft ambitie. Hij heeft de HAS in Den Bosch gevolgd en wil wat van zijn bedrijf maken. Omdat Wim niet kon uitbreiden op de locatie die hij van zijn vader overgenomen heeft heeft hij ervoor gekozen om varkensbedrijven in de buurt op te kopen als die beschikbaar kwamen. Veel oud collega’s van zijn vader hadden geen bedrijfsopvolger en zaten met het bedrijf in hun maag. Hier heeft Wim handig gebruik van gemaakt. Omdat er tussen de opgekochte bedrijven ook fokbedrijven zaten heeft Wim nu zijn eigen biggenproductie in handen. Sindsdien heeft hij minder last van ziekten door insleep en als gevolg is het antibiotica gebruik gedaald. Inmiddels heeft hij vijf bedrijven over genomen. Alleen de stallen werden overgenomen. De bedrijfswoning werd verkocht aan een burger of de boer bleef er wonen. De bewoners woonde dan wel illegaal. Maar dat heeft in de praktijk geen probleem opgeleverd omdat Wim op de betreffende locaties geen uitbreidingsplannen had of heeft. Overigens wilde Wim de bedrijfswoningen wel kopen voor de lagere bedrijfswoningwaarde voor zijn medewerkers maar het was aantrekkelijker voor de verkopers om deze woningen te verkopen aan burgers die meer wilde betalen voor wonen op het platteland. Het zijn zonder uitzondering gedateerde oude stallen die afgeschreven zijn. De kosten zijn laag en daarom houdt Wim het nog wel vol. Echter nieuwe regelgeving staat voor de deur. De eisen die gesteld worden aan dierenwelzijn en milieu worden strenger. Wim heeft daarom een plan gemaakt om alle bedrijven te saneren en op de meest geschikte locatie een nieuwe grote stal te bouwen. Deze beoogde locatie ligt in verwevingsgebied. Hij ligt op redelijke afstand van zowel ‘rood’ als ‘groen’. De zes bedrijven van Wim hebben nu een totaal bouwvlak van 4 hectaren. Om zijn nieuwe bedrijf te vestigen heeft Wim een bouwblok van 3 hectare nodig. 2,5 voor de stallen en 0,5 ha voor landschappelijke inpassing. Wim en zijn adviseur hebben het plan met de gemeente besproken. Deze reageerden enthousiast. Door de 5 oude locaties te saneren zou de kwaliteit van de leefomgeving op die plaatsen aanzienlijk verbeteren. Door het toepassen van de nieuwste technologieën op de nieuw locatie zou de overlast daar beperkt zijn. De vrijkomende locaties zouden eventueel voor nieuwe bedrijvigheid benut kunnen worden waardoor er nieuwe werkgelegenheid gecreëerd wordt. Het nieuwe bestemmingsplan buitengebied bied daar ruimschoots mogelijkheden voor. Er is echter een probleem. De gemeente kan geen medewerking verlenen. Maximaal kan de gemeente medewerking verlenen om het bouwblok op twee locaties te vergroten naar 1,5 hectare. De provinciale verordening laat een groter bouwblok niet toe. Voor Wim is dat geen optie. Ondanks de barre tijden weet Wim door goed management redelijk te draaien. Echter investeren op twee locaties is bedrijfseconomisch niet haalbaar. Ook een overstap naar het kleinschalige biologisch of streekproduct vindt Wim geen optie. Zijn passie ligt er niet en ook de gedachte dat hij zou moeten produceren voor een elitepubliek wat zijn producten nog kan betalen spreekt hem niet aan. Hij zou dan ook zijn drie medewerkers moeten ontslaan. Wim heeft geen probleem met massaproductie. Zo worden onze auto’s, schoenen, TV’s en kleding gemaakt en dat maakt dat ze betaalbaar zijn ook voor mensen die minder te besteden hebben. Wim heeft de ‘Parma’ conferentie met meer dan gemiddelde belangstelling gevolgd. Tijdens deze conferentie in Sint Michielsgestel werd de toekomst van de Brabantse veehouderij besproken. De uitkomst is medebepalend voor de nieuwe koers die de provincie gaat varen ten aanzien van de maximale grote van het bouwblok. Wat Wim van de nieuwe duurzaamheidstoets van de provincie vindt? Hij ziet het niet als dé oplossing. Hooguit als een leidraad. Het probleem zit  hem bij de naaste buren die overlast hebben. Met nog meer regels los je dat niet op. Hiervoor moet je in gesprek met je buren. Door met ze rekening te houden kan veel kou uit de lucht gehaald worden. En die buren weten echt wel, op een uitzondering na, dat wonen op het platteland ook zijn beperkingen heeft. Het buitengebied is immers ook het bedrijventerrein van de voedselproductie. Hoe kijkt Wim dan aan tegen de steeds strengere milieu en welzijns eisen? Wim geeft aan hier geen enkel probleem mee te hebben. Maar dan wel op voorwaarde dat het voor iedereen geld. Verbetering realiseren middels marktwerking ziet Wim niet zitten. Dan bevoordeel je de 'slechteriken' en straf je de 'goeie'. Hoe bedoel je dat Wim? Nou neem de katalysator op auto's. Stel dat je dat aan de markt overgelaten had. Dan hadden een paar % van de mensen een katalysator gekocht en de rest had gedacht "ik ben gekke Henkie niet". Nu zijn de voorlopers in de intensieve veehouderij, zeg maar de collega's die antibiotica gebruik reduceren en hun luchtwasser wel aanzetten de gekke Henkies. De volgers die geen stap te veel doen 'verdienen' daar aan. Dat legt een tijdbom onder iedere vooruitgang. Als je als maatschappij van mening bent dat de lat hoger moet komen te liggen dan moet je dat doen. Maar dan wel net als met de katalysator voor iedereen en in heel Europa. Heeft de veehouderij nog wel toekomst in Nederland? Natuurlijk. Anders was ik wel geëmigreerd.  Agrofood en alle bedrijvigheid daaromheen bepaald zo'n beetje 30% van de Nederlandse economie. Lang was deze sector zeg maar de kip met het gouden ei. Die kip heeft wel de snot gekregen. Er zijn mensen die de tijd rijp achten de kip te slachten. Met een maatregel als een beperkt bouwblok kun je de sector snel uitroken. Neem mij zelf. Als ik geen medewerking krijg voor een bouwblok van 3 hectare dan kan ik het nog een paar jaar uitzingen middels de stoppersregeling maar dan houd het op. Mijn advies is de kip weer gezond te maken. Ga voor ecologischintensief. Daar is sinds de commissie Van Doorn draagvlak voor. Een kip die we overigens ook hard nodig hebben. De export van vlees en zuivel naar Duitsland alleen al is goed voor de financiering van alle auto's die we uit Duitsland importeren. Het blijft wel handel tenslotte. Je zit er nog al zakelijk in Wim. Als basis lijkt me dat ook goed, sterker het is een voorwaarde dat er voor de volgende generatie ook nog welvaart en welzijn is. Wat wij wel als sector moeten leren is om ook emotie een plaats te geven. Dat is niet gemakkelijk. Het Ot en Sien tijdperk ligt ver achter ons en consumenten zijn zich daar nauwelijks van bewust. Mijn partner heeft een partime baan in de verpleging, mijn twee dochters studeren en mijn zoon heeft een baan. Ik heb om de twee weken een zondag vrij en we gaan ieder jaar met vakantie. Wat dat betreft volgen we de ontwikkelingen in de samenleving en zijn we al lang geen gezinsbedrijf meer zoals dat vroeger was.

Praktijkverhaal





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?