zaterdag, september 18, 2010

 

Kruimelgeval

In de zeventiger jaren was het nog mogelijk om in het buitengebied te bouwen. Je moest welliswaar agrarisch bouwen maar dat was relatief eenvoudig. Als er op de tekening een kippenhok stond dan was dat al voldoende. Dat het kippenhok vervolgens als garage gebruikt werd was geen probleem. Om deze ontwikkeling te remmen werd later vereist dat het perceel een minimale omvang had van ruim een halve hectare. Wim en Wilma wonen in het buitengebied in een "zeventiger jaren woning" met 7000m2 grond. Wim heeft twee rechterhanden met groene vingers en Wilma is kunstzinnig aangelegd.

In twintig jaar hebben ze een paradijs aangelegd. Ze vinden het zonde dat niet meer mensen er van kunnen genieten. Toen iemand vroeg om een paar dagen te komen kamperen vonden ze dat natuurlijk prima. Voor Wim gelijk aanleiding om in een bergruimte een fraai toilette met douche te maken. Van het een kwam het ander en naar verloop van tijd waren er vijf plaatsen voor caravan of tent. Er stond geen bord aan de weg en ze maakten geen reclame maar door mond op mond wisten steeds meer mensen deze unieke plek te vinden. Toen Wim iemand van de gemeente sprak en enthousiast over zijn minicamping vertelde wees die hem erop dat er een vergunning nodig was. Wim nam contact met de gemeente op om zaken te regelen. Echter na een kort onderzoek bleek dat het bestemmingsplan de minicamping niet toe stond. Een minicamping moet in de betreffende gemeente minimaal een omvang hebben van 1 ha. De minicamping van Wim en Wilma was te klein. De gemeente gaf wel aan dat ze blij waren met de minicamping maar helaas niets konden regelen. Ze vertelde wel dat er een bestemmingsplan wijziging aangevraagd kon worden. De kosten hiervan zouden enkele tienduizenden euro's zijn. Voor Wim en Wilma is de camping een hobby. De inkomsten zijn jaarlijks ongeveer 2000,- euro. Maar de kosten zijn jaarlijks ook bijna 1.800,- euro. Alleen al het legionella onderzoek wat jaarlijks uitgevoerd moet worden kost al vele honderden euro's.

Een bestemmingsplan procedure is dus geen optie. De minicamping was en bleef illegaal. Zolang er geen klachten uit de buurt komen is er niets aan de hand. Na enkele jaren nam de gemeente met Wim en Wilma contact op. Ze vertelde dat het bestemmingsplanbuitengebied herzien werd. Ze vertelde dat ze de minicamping als minicamping wilde gaan bestemmen. Normaal zou Wim en Wilma hier een ruimtelijkeonderbouwing voor aan moeten leveren. Daar moet dan een planoloog voor ingeschakeld worden. Een kostenpost van enkele duizenden euro's. De gemeente realiseerde dat dit zelfs een te hoog bedrag was in relatie tot de (economische)omvang van de minicamping. Het voorstel was daarom om de minicamping als een kruimelgeval te beschouwen. Een ruimtelijke onderbouwing is dan niet nodig. Het nadeel is dat als er ook maar een zienswijze ingediend zou worden, die bezwaar maakt tegen de minicamping, dat Wim en Wilma geen poot zouden hebben om op te staan en dat de wijziging uit het concept bestemmingsplan geschrapt zou worden. Het enige wat Wim en Wilma moesten doen was het tekenen van een overeenkomst dat de kosten van planschade voor hun zelf was. Het spreekt voorzich dat Wim en Wilma uitermate content zijn met het meedenken van de gemeente. Ze hopen dat er geen zienswijze binnen komen en dat het goed afloopt.

De namen Wim en Wilma zijn verzonnen. Het verhaal is gebaseerd op een praktijksituatie. Praktijkverhaal





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?