zondag, juli 20, 2008

 

Agrotoerisme

Agrotoerisme heeft toekomst

Minicamping Heierhof in Riethoven, een voorbeeld van de oases van rust voor de oudere recreant die bij boerderijen verschenen zijn.

Na de varkenspestcrisis van 1997 zijn honderden Brabantse boeren aarzelend ‘iets’ gaan ondernemen in het toerisme. Dat ‘iets’ krijgt steeds meer vorm. Maar er blijft nog veel te doen.
De revitalisering van het Brabantse platteland, nodig na de varkenspestcrisis van 1997, heeft vruchten afgeworpen. Zeker 35% van alle agrarische bedrijven in Noord-Brabant heeft haar activiteiten verbreed. Pakweg 15 % heeft die verbreding gezocht in het zogenaamde agrotoerisme.

Erik van Nuland uit Eindhoven, projectleider van het samenwerkingsverband Plattelandstoerisme Brabant, schat uit de losse pols dat er in de provincie de laatste tien jaar zo'n negenhonderd particulieren 'iets' zijn gaan doen in het toerisme. Het gaat niet altijd om agrarische bedrijven; ook burgers ruiken kansen in het plattelandstoerisme. Zuidoost-Brabant is volgens Van Nuland goed voor zo'n vijfhonderd 'kleinschalige toeristische initiatieven in het buitengebied'. Maar ook dat is niet meer dan een schatting. "Dit toeristisch segment is de laatste tien jaar enorm gegroeid, maar er is nog veel te weinig kennis over vergaard", aldus Van Nuland. Dat komt onder andere omdat er geen duidelijke organisatiestructuur onder ligt. Van Nuland: "Provinciebreed zijn er misschien wel vijfentwintig kleine samenwerkingsverbanden, maar er bestaat geen overkoepelend instituut."Niemand heeft dan ook een goed inzicht in de economische betekenis van het plattelandstoerisme.

Volgens min of meer officiële schattingen halen agrarische bedrijven gemiddeld 10.000 tot 12.000 euro uit hun toeristische nevenactiviteit. Zorgboerderijen generen het meeste (40 tot 50 mille); bedrijven die eigen producten aan huis verkopen het minste (extra omzetten tot 10.000 euro). De kleinschalige toeristische initiatieven - dat kan iedereen waarnemen - hebben de provincie in recreatief opzicht wel een stuk aantrekkelijker gemaakt. Plattelandstoerisme is niet alleen kamperen bij de boer, maar ook: educatie via excursies, culinair genot en ontwikkeling van ambachtelijke streekproducten. En meer dan ooit wordt er van de natuur genoten.

Te land (wandelen, fietsen), ter 'zee' (kanoën), maar ook in de lucht (ballonvaart). Van Nuland: "De kunst is om de grote diversiteit aan recreatieve mogelijkheden aan de man te brengen. Om maar een voorbeeld te noemen: Drente heet dè fietsprovincie van ons land, maar Zuidoost-Brabant heeft alleen al meer kilometers fietspad dan Drente. Het publiek weet dat niet. Er moet - en dat geldt voor het totale plattelandstoerisme - nog heel veel gebeuren in de pr. Onderzoeken wijzen uit dat er voor de komende jaren voldoende rek zit in de markt. Maar je moet de recreant wel weten te verleiden." Van Nuland pleit daarom mede voor méér samenwerking tussen gevestigde toeristische en nieuwe agrotoeristische bedrijven. Eindhovensdagblad 16 juli 2008.





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?