zondag, december 24, 2006

 

Voor wat hoort wat

In het verleden hanteerde de overheid een zeer terughoud beleid bij het toestaan van activiteiten op het platteland anders dan agrarische. Hier komt verandering in. De Nota Ruimte en het reconstructieplan bieden ruimte aan ondernemerschap niet uitsluitend voorbehouden aan agrariers. De overheid wil deze nieuwe ruimte wel verzilveren. Voordat men medewerking wil verlenen zal er veelal een tegenprestatie geleverd moeten worden meestal in de vorm van ruimtelijke kwaliteits winst. Het doel is de vitaliteit van het platteland te stimuleren.


Voor wat hoort wat in het buitengebied

Het buitengebied van Breda is niet langer het domein van boer en tuinder. Steeds meer delen van het buitengebied komen vrij voor ander gebruik. De bestaande spelregels en verouderde bestemmingsplannen voorbij de stadsrand bieden Breda nu nog niet de ruimte om daar op in te spelen. Steeds vaker staan schuren leeg in het buitengebied. Monumentale leegstaande Vlaamse schuren bijvoorbeeld zijn al langer een probleem. Het college van Breda wil nu meer toestaan in dat soort bebouwing. Die operatie moet het buitengebied vitaal houden. Daarvoor is natuurlijk geld nodig. Het college is dan ook van plan bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan Zuid een soort ‘buitengebiedbelasting’ in te voeren. Als iemand bijvoorbeeld een monumentale boerderij heeft, inclusief schuur, en daar verschillende woningen van mag maken, zal Breda hem verplichten een bijdrage te betalen ter versterking van het landschap. ‘Voor wat hoort wat’, is simpelweg de omschrijving. De mini-camping, waar overal in Nederland al massa’s procedures over zijn gevoerd, krijgt ook meer de ruimte. Alle boeren hebben op hun grond een bouwblok voor de gebouwen. De campings mochten tot nu toe alleen binnen dat bouwblok. Als het aan B en W ligt, mag de camping straks op het groene land. Ook is het niet langer een neven-activiteit. Als een boer stopt mag campinghouder of iets vergelijkbaars ook zijn hoofdberoep zijn. De caravanstalling krijgt óók volop de ruimte. De provincie blokkeert nieuwe detail- en groothandel in het buitengebied. Wel wordt het makkelijker om een winkel aan huis te beginnen, variërend van de bekende kaaswinkel tot de verkoop van boerderijproducten. Zorgboerderijen legt het college niets in de weg. Die mogen overal in het 12.900 hectare grote buitengebied van Breda worden gevestigd. Horeca is toegestaan als nevenactiviteit bij bijvoorbeeld een manege of een minicamping. Worden die beëindigd, dan moet de horeca ook dicht. Het nieuwe bestemmingsplan ‘Buitengebied Zuid’ legt de agrariër wel enigszins aan banden. Nieuwe bedrijven mogen er niet meer worden gevestigd en uitbreiding van glastuinbouw is uit den boze. Het college heeft zijn plannen voor verruiming van het gebruik al aan de betrokkenen voorgelegd. Her en zijn de grenzen aangescherpt. Dat gebeurde bijvoorbeeld in het gebied Achter Emer, aan de rand van de Haagse Beemden. In februari praat de raad over functieverruiming en bestemmingsplan. Wat mag zoal in het buitengebied? De totale oppervlakte van het buitengebied van Breda is 12.900 ha. De ‘huisverkoop’ van zelf geoogste producten als aardbeien en asperges is straks nergens in het buitengebied meer een probleem. Horeca mag als nevenactiviteit bij bijvoorbeeld een manege, (mini-)camping of ‘boerenterras’. Als de hoofdactiviteit, bijvoorbeeld een camping, wordt opgedoekt, dan vervalt ook de horecafunctie die er bij hoort. Kleinschalig plattelandstoerisme moet in het hele buitengebied kunnen in de vorm van bijvoorbeeld pensions of bed&breakfast. Wel wordt per initiatief bekeken hoe groot de impact is op verkeer en in welke mate het concurreert met vergelijkbare bedrijven in de binnenstad. BN/De Stem 22 december 2006.






<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?