woensdag, april 12, 2006

 

Biobased economy

"De beleidsbrief Biobrandstoffen is een stap in de goede richting"

“Het schetst een duidelijk pad naar 2010, het belooft een stimulans voor de Nederlandse industrie en het zal een grote bijdrage leveren aan CO2-emissiereductie.” Dat zegt Ewald Breunesse over de recente Beleidsbrief Biobrandstoffen van staatssecretaris Van Geel van milieu. Die kondigt de verplichting aan om biobrandstoffen bij te mengen bij benzine en diesel: 2 procent in 2007 en 5,75 procent in 2010.

Ewald Breunesse is manager Energietransities bij Shell Nederland en voorzitter van de werkgroep biobrandstoffen van het Platform Duurzame Mobiliteit. “Ter voorbereiding van de beleidsbrief heeft het ministerie van VROM een consultatieronde plaatsgevonden langs de oliemaatschappijen, de bedrijven die zich bezighouden met biobrandstoffen en met ons als Strategiegroep op het gebied van brandstoffen. Als ik naar het resultaat kijk, denk ik dat VROM het maximale heeft gedaan om aan alle wensen en eisen tegemoet te komen. Dit is echt een stap in de goede richting.”Verplichting“De overheid zit altijd met het dilemma: subsidie geven of verplichtingen opleggen. Nu is gekozen voor dat laatste, en dat is terecht. Subsidies hebben verschillende nadelen: ze moeten hoog genoeg zijn om écht ontwikkelingen in gang te zetten, je hebt er als overheid vaak veel geld voor nodig en ze moeten de marktverhoudingen niet verstoren. Verplichtingen werken ook niet altijd, maar zijn in de zeer prijsconcurrerende markt van brandstoffen goed, omdat er dan een gelijk speelveld voor alle partijen ontstaat. Consumenten zijn best bereid een paar cent extra te betalen voor het milieu. Dat merken ze niet eens, want de prijs schommelt elke week. Voorwaarde is wel dat zo’n prijsstijging voor iedereen geldt, dus ook voor de buurman. Dat ondervang je goed met een verplichting.”Verrekenen Breunesse en zijn Strategiegroep zijn ook opgetogen over de mogelijkheid die het kabinet heeft geschapen voor brandstofleveranciers om de bijmengverplichting voor biobrandstoffen onder elkaar te verrekenen. “Dat heeft twee voordelen. In de eerste plaats kan iedereen de investeringen doen die hem het beste uitkomen. Bijvoorbeeld: wat meer bijmengen in diesel en wat minder in benzine. Als je de opgelegde gemiddelde norm maar haalt. In de tweede plaats rem je op deze manier de ontwikkeling niet van brandstoffen met hoge percentages biobrandstoffen, zoals pure plantaardige oliën (PPO) en E-85 (85% ethanol). Leveranciers hiervan kunnen straks de “overwaarde” in milieukwaliteit verhandelen met de oliemaatschappijen, die daardoor minder hoeven bij te mengen. Ik vind dit echt een innovatief onderdeel van de systematiek.”Certificatiesysteem De komst van een certificatiesysteem van biobrandstoffen, die het kabinet overweegt, zou Breunesse toejuichen. “De huidige generatie biobrandstoffen zorgt voor een CO2-reductie van 30 à 50 procent, maar met een behoorlijke bandbreedte. Er zijn brandstoffen die veel beter scoren; er zijn er ook die een neutrale of zelfs een negatieve CO2-balans hebben. Denk aan koolzaadolie zoals die in Duitsland wordt geproduceerd. Uit het oogpunt van duurzaamheid is het niet redelijk dat je ze allemaal hetzelfde waardeert. Via certificering kun je de beste brandstoffen stimuleren en de slechtste verbieden. Dat we met certificering nu, samen met Engeland, voorop lopen, betekent dat we meteen richting geven aan die ontwikkeling. Ik vind wel dat we geleidelijk te werk moeten gaan: eerst zorgen voor zoveel mogelijk instappers in de markt, dan de normen geleidelijk aanscherpen en/of een kwaliteitssysteem invoeren. In navolging van Amerika en Canada zou je bijvoorbeeld kunnen overwegen om toe te staan van een biobrandstof met betere CO2-credits wat minder bij te mengen dan van een biobrandstof met slechte CO2-credits, als het effect maar hetzelfde is. Dan kan zo’n betere brandstof ook wat duurder zijn.”Stimulans“Het subsidiebudget van 60 miljoen voor innovatie vind ik een stimulans voor de landbouw en de industrie”, zegt Ewald Breunesse. “Natuurlijk kun je daarvan geen nieuwe fabrieken bouwen, maar dat is de bedoeling ook niet. Je kunt er wel net de hobbel mee nemen om nieuwe productietechnieken te ontwikkelen. Dat is voor Nederlandse bedrijven niet alleen van belang om straks aan de opgelegde verplichtingen te kunnen voldoen, maar kan ze ook net dat zetje geven dat ze voorop gaan lopen in Europa. In dat kader zou ik dan ook willen adviseren om met het budget niet al te veel projecten te ondersteunen. Vijf tot tien, lijkt me goed. Anders versnippert het geld te veel en bereik je uiteindelijk niets.” Als onderwerpen van innovatie noemt Ewald Breunesse met name de productietechnologie van biobrandstoffen, de landbouw en de logistiek: “Op dit moment worden biobrandstoffen geproduceerd uit voedselbronnen, zoals suikerbieten, suikerriet raapzaad- en palmolie. We moeten richting gebruik van reststromen. Verder moeten we in de landbouw streven naar een veel lager gebruik van kunstmest bij het telen van biomassa. En het transport van biobrandstoffen moet veel (energie-)efficiënter.” Niet ten onrechte wijst Breunesse erop dat er natuurlijk nog meer subsidies zijn voor het stimuleren van biobrandstoffen: “Met name EOS: DEMO en de Unieke Kansen Regeling spelen een grote rol. Daarmee wordt nu al een aantal wezenlijke projecten ondersteund, zoals de ontwikkeling van opslagcapaciteit voor bio-ethanol en een productie-eenheid voor bio-ETBE."Twee aanbevelingen Ondanks zijn grote tevredenheid over de Beleidsbrief, doet Breunesse nog wel twee aanbevelingen aan de overheid. Ten eerste noemt hij het bevorderen van de aanschaf van auto’s die zowel op benzine als op E85 kunnen rijden: “Een aantal fabrikanten biedt al zulke auto’s aan. Er is echter sprake van een kip- en eiprobleem. Je kunt het nog nergens tanken, dus heeft niemand zo’n auto, en doordat niemand een geschikte auto heeft gaat geen bedrijf het spul op de markt aanbieden. Ons idee is om dat probleem te doorbreken door de BPM voor deze auto’s fors te verlagen.” Het tweede advies dat de voorzitter van de Strategiegroep geeft, is het verlagen van de accijns op bio-ethanol. “Accijns wordt momenteel geheven per liter brandstof. Eén liter bio-ethanol heeft echter 35 procent minder energie-inhoud dan 1 liter benzine. Feitelijk betaal je per kilometer dus een derde meer belasting. Bio-ethanol zou een forse stimulans krijgen, als je die achterstand wegneemt.”Beleidsbrief biobrandstoffenIn 2010 moet minimaal 5,75 procent van de benzine en diesel die in Nederland op de markt wordt gebracht uit biobrandstoffen bestaan. In 2007 moet al 2 procent van de benzine en diesel uit biobrandstoffen bestaan. Om een start te maken, wordt dit jaar het bijmengen van 2 procent biobrandstoffen fiscaal gestimuleerd. Vanaf 2007 wordt bijmengen verplicht.Dit staat in de Beleidsbrief biobrandstoffen, die staatssecretaris Van Geel van milieu op 15 maart aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, mede namens minister Brinkhorst van Economische Zaken. De beleidsbrief schetst ook een perspectief naar 2010. Zo is het de bedoeling dat de duurzaamheid van biobrandstoffen de komende jaren verbetert. Daarbij gaat het niet alleen om CO2-emissies, maar bijvoorbeeld ook om (het tegengaan van) ontbossing voor de productie van biomassa. In dat kader is reeds een commissie aan de slag, de commissie Cramer, die de ontwikkeling van een certificatiesysteem voorbereidt. Verder heeft het kabinet 60 miljoen euro gereserveerd om innovatie op het gebied van biobrandstoffen te stimuleren. Dit bedrag is beschikbaar voor de periode 2006-2010. Het is de bedoeling om projecten te ondersteunen met een zo groot mogelijke CO2-rendement en een groot marktpotentieel. Door de verplichting van 5,75 procent biobrandstoffen in 2010 wordt de uitstoot van broeikasgassen uit het verkeer met 1,4 Mton gereduceerd. Dit komt boven de te verwachte 0,7 Mton reductie door het verplichte aandeel van 2 procent biobrandstoffen in 2007.Nederland is overigens niet het enige land in Europa dat biobrandstoffen verplicht gaat stellen. Ook Oostenrijk, Slovenië, Zweden en Litouwen hebben een aandeel biobrandstoffen verplicht gesteld. Andere EU-landen, zoals Duitsland, Frankrijk, Tsjechië en Verenigd Koninkrijk, overwegen een verplichtstelling. Senternovem 12 april 2006.





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?