vrijdag, november 11, 2005

 

Biobrandstof

‘Niet te veel verwachten van biobrandstof’We moeten geen al te hoge verwachtingen koesteren over energiegewassen. De mogelijkheid om zonne-energie via planten te benutten is niet erg groot. Dat schrijft universiteitshoogleraar prof. Rudy Rabbinge in een bijdrage aan het tijdschrift Spil.Er zijn gigantische arealen cultuurgrond nodig als we aan de groeiende vraag energie willen voldoen door energiewinning uit energiegewassen. Bovendien rendeert het niet om energie te winnen uit bijvoorbeeld koolzaad. Dat betoogt Rudy Rabbinge in het opinieblad, dat op donderdag 10 november uitkomt. Het komt macro-economisch, maar ook bedrijfseconomisch voor de boer, niet uit om bijvoorbeeld biodiesel te winnen uit koolzaad. In pleidooien voor biobrandstoffen wordt vaak uitgegaan van subsidie op de teelt van energiegewassen. Maar in feite, schrijft Rabbinge, is energie van de akker nog veel duurder dan die uit olie. Bovendien is volgens de universiteitsprof de omzetting van energie in de fabriek nog niet efficiënt genoeg. Beter is het volgens Rabbinge om in te zetten op verhoogde energie-efficiëntie en te streven naar minder gebruik. Directe winning van energie uit de zon met behulp van fotosynthese, door organische zonnecellen, biedt wel veel perspectief. Ook het gebruik van gewasresten als bron van energie is nog een veelbelovende optie, aldus Rabbinge. Dat laatste bevestigt prof. Johan Sanders, hoogleraar Valorisatie van plantaardige productieketens. De zogenaamde tweede generatie biobrandstoffen worden gemaakt uit gewasresten van planten waarvan het hoofdproduct een voedselproduct is. Veel van wat overblijft, kan vergist worden tot ethanol. Sanders relativeert wel de boodschap van Rabbinge. Want hoewel de teelt van bijvoorbeeld koolzaad in Nederland inderdaad niet rendeert vanwege de lage opbrengst per hectare, kan dat in het buitenland, waar meer grond beschikbaar is, wel. En in Nederland kunnen wel aardappels of bieten geteeld worden die bestemd zijn voor de productie van ethanol, meent Sanders. Belangrijker acht hij nog de ontwikkeling van gewassen met nieuwe nuttige stoffen door genetische modificatie. Dan gaat het bijvoorbeeld om butaan-diamine en ethaan-diamine, grondstoffen voor bijvoorbeeld plastics en nylon. Omdat bij de huidige petrochemische productie van deze bulkproducten veel energie verloren gaat, bespaar je heel veel energie bij de productie ervan uit planten. Gewasresten van dergelijke gewassen kunnen vervolgens ook nog benut worden voor de productie van ethanol. Het is vooral deze meervoudige benutting van een gewas die de teelt van energiegewassen renderend kan maken, volgens Sanders. En in het produceren en toepassen van de kennis voor de verbetering van al deze processen kan Nederland een grote rol spelen, denkt hij. ‘Aan de verbetering van voedsel werken we al honderd jaar, met energiegewassen beginnen we nog maar net.’ BW 10 november 2005.





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?